Menu

Geschiedenis

Geschiedenis 1600 - 1700

Wanneer de geschiedenis van het gilde officieel begint is onbekend. Er zijn geen bronnen bekend die, direct of indirect, melding maken van een oprichtingsdatum.

De oudste bekende bronnen stammen alle uit het begin van de 17e eeuw. Uit deze beperkte bronnen komt een beeld naar voren van een typisch dorp schuttersgilde of dorpsguld, zoals die door Wim Cornelissen werd omschreven: ‘Een van oorsprong kerkelijke broederschap met een openbare functie, die de schietsport beoefent en zo mogelijk haar gebruiken en gewoonten in stand houdt.’

Allereerst hebben we het waarschijnlijk oudste, maar ongedateerde, schotelvormige schildje, geschonken door de heer van Nuenen-Gerwen en Nederwetten, jonkheer Floris van Berckel van Eyck, met op de achterzijde gegraveerd het inmiddels wijd en zijd bekende devies ‘WAERT OMBENYT’. Schotelvormige schildjes werden na 1600 gemaakt. De oudst bekende zijn die van het St. Jorisgilde te Hoogeloon anno 1606, St. Catharinagilde te Den Dungen 1608, St. Jorisgilde te Goirle 1610. Daaraan kan nog worden toegevoegd het koningsschildje van het St. Annagilde van Frans Aerts 1614.

Floris was een nazaat van Rutger van Berckel, die in 1557 de heerlijke rechten van Nuenen-Gerwen en Nederwetten had gekocht van de hertog van Brabant, Filips II van Spanje, die geld nodig had voor zijn leger. Zo kreeg Nuenen voor het eerst een eigen heer, die bovendien ook in Nuenen woonde. De familie woonde in een deftig groot huis van drie verdiepingen met een gracht er omheen, een zogenaamd ‘Slotje’, dat stond te Opwetten, in de nabijheid van de tegenwoordige Vorsterdijk, richting Dommel. Familieleden waren al sinds 1360 lid geweest van de Illustere Lieve Vrouwe Broederschap te Den Bosch, een kerkelijke broederschap met de liturgie als primair doel en de verering van Maria en  o.a. Anna (vanaf 1436) als kenmerk. De heren van Nuenen kenden dus al een eeuwenoude gildentraditie en waren tevens Maria- en Annavereerders. Mogelijk heeft deze Illustere Lieve Vrouwe Broederschap als voorbeeld gediend bij de oprichting van het St. Annagilde.

Nuenen heeft tussen 1589 en 1659 maar liefst vier heren gehad met de naam Floris van Eyck. Het ziet ernaar uit dat de tweede Floris van Eyck, (ook) genaamd van Berckel, de schenker is geweest van het oudste schildje. Hij was heer van Nuenen van 1609 tot 1650.

Alle tot nu toe bekende verwijzingen naar het St. Annagilde dateren van ná 1609.

Op 24 oktober 1613 werd het testament bevestigd van de toen overleden Henrick Jan Berthrums waarin ook het gilde is bedacht.

Frans Aerts, de vorster van Nuenen, een belangrijke dorpsambtenaar, werd koning in 1614, blijkens zijn eveneens schotelvormig koningsschild.

Bij de kerkvisitatie van 1616 werd het St. Anna altaar voor het eerst genoemd, maar het moet toen al enige tijd bestaan hebben.

Geschiedenis 1700 - 1800

De oudst bekende Kaart (statuten) van het gilde stamt uit 1711. Deze werd vastgesteld ten overstaan van de schepenen van Nuenen en Gerwen. De Kaart bevatte artikelen over de leden, bestuur, het koningschieten en teren, gebruiken bij huwelijk van een gildenbroeder en betaling van doodschuld, boetes of hoofdelijke omslag.

Deze Kaart was een van de bronnen voor het vaststellen van de Kaart van 1979. Uiteraard bevatte de Kaart van 1711 bepalingen die in de 20e eeuw verouderd waren en moesten worden aangepast.

Een opmerkelijke bepaling aangaande de leden is de toelating van ‘goede eerbare mannen jongesellen en de jonge dogters’. Het lijkt er op het eerste gezicht op dat ook vrouwen als lid werden toegelaten. Er is echter geen enkel geval bekend van een vrouw die ooit als zelfstandig lid is toegetreden tot het gilde. In latere Kaarten komt deze bepaling ook niet meer voor.

De 18e eeuw was een arme tijd. De Nuenense bevolking verdiende veelal de kost als boer of thuiswever. De gildeactiviteiten gingen wel  ‘gewoon’ door.

Er zijn negen koningsschilden overgebleven uit de 18e eeuw. Van een aantal kan men het beroep van de schenker ‘aflezen’. We tellen o.a. twee keer een burgemeester, twee keer een klompenmaker, twee keer een smid en een keer een linnenfabrikant. Voorwaar geen afspiegeling van de doorsnee bevolking en wellicht de enige koningen die een schild konden betalen. Door het ontbreken van andere bronnen weten we niet of er meer koningen zijn geweest, die helaas geen geld hadden voor een schild.

In 1749 werd een ‘Victorieschieten’ gehouden, ter gelegenheid van de gesloten vrede met Oostenrijk.

In 1766 werd in beste kleren en met oranje op de hoeden aangetreden bij gelegenheid van het aanvaarde stadhouderschap van Willem V.

Beide feiten gebeurden op verzoek van het dorpsbestuur en werden aangetroffen in het gemeentearchief van Nuenen-Gerwen.

Geschiedenis 1800 - 1900

Gedurende de hele 19e eeuw is het gilde actief geweest. Van 1801 tot 1898 zijn de namen van niet minder dan 19 koningen bekend. Elk tiental jaren telt een of meer bekende koningen, behalve de jaren ’80.

In 1840 werd Wilhelmus Petrus van Lent de nieuwe pastoor van Nuenen. Hij zou er pastoor blijven tot zijn dood in 1879. Hij was zeer geïnteresseerd in de geschiedenis van zijn parochie. Tevens drukte hij zijn stempel op de periode die de overgang markeerde van de oude schuurkerkperiode naar de katholieke restauratie. Hij hechtte een groot belang aan kerkelijke broederschappen. Hij richtte een aantal nieuwe broederschappen op, maar liet ook niet na de bestaande gilden bij herhaling te wijzen op hun maatschappelijke en kerkelijke plichten.

Jolles meldt in zijn ‘Schuttersgilden van Noord-Brabant’ dat in 1841 het reglement van het St. Annagilde werd vernieuwd. Dit reglement is helaas verloren gegaan. Sporen ervan zijn waarschijnlijk terug te vinden in het vernieuwde reglement van 1906. Daarin is bijvoorbeeld nog sprake van een ‘snephaan’, een benaming voor een geweer die ook in 1906 al verouderd was. Het reglement van 1906 bevat ook regels aangaande drankmisbruik, met name door kinderen. Volgens Wim Cornelissen is dit een typische bepaling voor het begin van de 20e eeuw. Dit moge zo zijn, maar ook van pastoor van Lent is bekend dat hij regelmatig furieus optrad tegen drankmisbruik bij de Nuenense gilden. Wellicht bevatte ook het verloren gegane reglement van 1841 dergelijke bepalingen die nog doorklinken in het reglement van 1906.

Pastoor van Lent zette zich vanaf het begin in voor het vernieuwen van de oude schuurkerk op het Heieind naar de smaak van de tijd. Van enkele particulieren en van de Nuenense gilden ontving hij geld voor beelden in de kerk. In 1843 werden door de Antwerpse beeldhouwer J.B. Peeters beelden gemaakt van Sint Anna, Sint Antonius, Sint Catharina, Sint Ambrosius, Sint Lucia en Sint Quirinus. In datzelfde jaar werd tevens op kosten van het St. Annagilde een relikwie aangeschaft van de H. Moeder Anna in een zilveren kastje.

Geschiedenis 1900 - 2000

Gilde 1935

 

gilde 1960

gilde 1975

Sint Annagilde Nuenen-Dorp 1931 tot 1940

In 1931 (bij de installatie van de nieuwe burgemeester jhr. mr. C.T.J. van Rijckevorsel ) en in 1932 (bij de viering van de Vincent van Goghfeesten) werd een vendelzwaaier uitgenodigd tegen een behoorlijk bedrag. Deze beviel zó goed dat hij ook in 1933 de Nuenense kermis mocht komen opluisteren. De nieuwe burgemeester, bleek een echte gildenman te zijn. Vanaf het begin zette hij zich in voor de herleving van de Nuenense gilden en hij werd beschermheer van het Sint Annagilde.

Vanaf 1934 ging een groep vendeliers van het Sint Annagilde zich oefenen in het vendelzwaaien. Johan van Maasakkers was een van de beste vendeliers en een drijvende kracht van het ‘vendelcorps’. Er werden nieuwe vendelknoppen aangeschaft door zijn schoonvader. Zwaaivendels en vendelierspakken werden gemaakt door zijn vrouw Anna van Maasakkers-de Rooij. Vanaf 1933 was het Gilde ook thuis in café Parkzicht aan het Park, waar Johan en Anna de kasteleins waren.

Het hernieuwde enthousiasme kwam ook tot uiting toen op 19 januari 1935 de oprichtingsvergadering van de ‘R.K Gildenbond voor Kempenland’ (later ‘Kring Kempenland’) werd gehouden. Staande de vergadering traden elf gilden toe tot de nieuwe Bond, het St. Annagilde Nuenen-dorp was één van hen.

In de daaropvolgende periode 1935 tot 1939 was het Gilde zeer actief. Een nieuw Reglement verscheen in 1935. Zowel in 1935 als in 1939 organiseerde men zelf een gildenfeest te Nuenen. Het Gilde nam deel aan maar liefst twintig gildenfeesten en was ook zeer succesvol bij wedstrijden in vooral (groeps)vendelen en geweerschieten. Veel bewaard prijzenzilver dateert uit deze vijf jaren.

(wordt vervolgd)

© 2009 - St. Annagilde Nuenen | Deze pagina is het laatst bijgewerkt op 01-03-2016 .